Secretaire orgel - Wimmenhove Huisorgelbouw


De geschiedenis van dit orgel is in nevelen gehuld; het heeft alle schijn van dat er verscheidene orgelmakers bij betrokken zijn geweest. Zo is het pijpwerk van de Holpijp 8’ waarschijnlijk van de hand van Hendrik Meijer (Amsterdam 17?-1820). De windlade heeft echter zeker niet de factuur van Meijer. Eerder valt te denken aan Johan Arnold Vool (Amsterdam 17?-18?), maar daar is geen bewijs voor te vinden.
De windlade moet ouder zijn dan 1811, want duidelijk is te zien dat deze aan de baszijde is uitgebreid met vijf cancellen. De originele versie had een omvang van C-c’’’, met 49 toetsen. De cancelhoogte is opmerkelijk groot, ongeveer 50 mm.
Op de onderzijde van de windkasplank is een gedeelte van de Amsterdamse Courant geplakt, gedateerd november 1811. Ook in de blaasbalg zijn (tijdens een deelrestauratie in 2012) oude fragmenten van de Amsterdamse Courant aangetroffen met hetzelfde jaartal.
De Quint 3’ Discant is nieuw bijgemaakt op c’ en cis’ na. Deze stonden nog in het rooster van de Octaaf 2’. Men wist niet waarvoor deze dienden. Vlak achter het stekermechaniek waren de gaten van een vroegere sleep afgeplakt door middel van een strook leer. Daar bleek een Quint 3’ gestaan te hebben! De eerste tien pijpjes spreken onder het rooster, vanwege de geringe hoogte onder het klavier.

Dispositie
Manuaal C-f’’’
Fluit travers    8’
Holpijp     8’ B/D
Fluit         4’ B/D
Quint         3’ D
Octaaf        2’

a=435 Hz bij 18 graden Celcius
Winddruk: 48 mm Wk.